De mens kan tot de sterren spreken zoals de sterrenhemel eeuwenlang tot ons sprak.

In dit tweede deel zet Steiner zijn in deel één ingeslagen weg voort: naar het 'goddelijk wezen van het jaarverloop', de insiratoren van de oude ingewijden. Kerstmis wordt tot kosmisch kerstfeest. De plaats van de cultus in onze spirituele ontwikkeling wordt steeds duidelijker, evenals de rol van de zonnecultus.

Inslapen en ontwaken veranderen drastisch. De wereld wordt tot een tempel. We ontwikkelen ons naar een bewuste vorm van helderziendheid. Daarmee gaan grote veranderingen gepaard.

Hoe anders wordt voor ons de rol van waken en slapen, dag en nacht! Wat voor mysterieuze verandereingen gaan we nog doormaken?

Door Frans Lutters' nawoord, beleven we innerlijk de catastrofale brand van het enorme houten bouwwerk, het Goetheanum.

De voordrachten zijn een oproep om iets te doen.